Niklaas Leopold werd als hertog opgevolgd door zijn derde zoon Maximiliaan Frederik Ernest (°1732 – +1773). Hij huwde met zijn nicht Maria Louisa Elenora (°1729 – +1800).
Maximiliaan sterft jong, op een moment dat zijn oudste overlevende zoon, Konstantijn Alexander Joseph, (°1762 – +1828), te jong is om het hertogdom te leiden. Daarom stelt Maximiliaan bij testament zijn vrouw Marie Louise Elenora aan als voogdes van het hertogdom.
Princes Maria Louisa Elenora schenkt de St.-Jorisgilde van Wortel in 1783 een prachtige zilveren plaat met op de voorkant het opschrift :
“Gift van haere Doorlugtigste Hoogheyd mevrouw de princesse douaïriere van Salm Salm aen de gilde van Wortel” en het dubbel wapen van vorstin Eleonora tegen een hermelijnen mantel tussen een wildeman en een leeuw.
Op de keerzijde ziet men in medaillon St.-Joris te paard, met onderaan een kruisboog en de woorden “omdat den vogel is afgeschoten door den heere Raed Joan Nicolas Poncelet op 23 7ber 1783”.
Uit het testament van Prinses Maria Louisa Elenora, geschreven op 26 juni 1783 weten we dat Joan Nicolas Poncelet haar rentmeester is. In haar testament schenkt ze hem “het paard dat hij reeds van ons gekregen heeft, alsook nog twee onzer paarden naar keuze en levenslang een lijfrente van 300 florijnen zilveren Brabantsch wisselgeld”.
Maria Louisa Elenora bewoonde het kasteel tot in 1774, wanneer ze uit angst voor de gevolgen van de Franse Revolutie naar Anholt vlucht. Twee jaar later, in 1796, wordt het kasteel aangeslagen en geplunderd door de Fransen. Daarna wordt het ingericht als bedelaarsgesticht.