Hij is rechtstreeks nazaat en erfgenaam van de Hertogen (Salm-Salm) en Graven (de Lalaing) van Hoogstraten. Zijn voorouders beheerden tot de eenmaking van Duitsland in 1815 het Vorstendom Salm-Salm en in 1830-1831 was een van hen, Willem Florentijn van Salm-Salm, kandidaat voor de Belgische troon.
Nu het vorstendom niet meer bestaat, mag hij nog steeds de titel van Vorst dragen en geniet hij bepaalde voorrechten waardoor zijn eigendommen – de waterburcht van Anholt, zijn kunstcollectie van onschatbare waarde en andere – als één geheel bewaard zullen blijven voor volgende generaties.
Historische banden
De gilde van Wortel, de oudste nederzetting nij het Gelmelslot, kon altijd rekenen op erkenning en bescherming van de bewoners van het kasteel. En, omdat de St.-Jorisgilde veel waarde hecht aan zijn onroerend en immaterieel erfgoed, besliste de gilde om de eeuwenoude banden met de hoogadellijke terug aan te halen.
Erehoofdman
De Vorst werd zaterdagmorgen 10 november ontvangen in het stadhuis en bracht daarna een bezoek aan de St.-Katharinakerk, twee monumenten gebouwd en verbouwd door zijn voorvaderen. Na de middag was er een academische zitting in de bescheiden maar sfeervolle parochiekerk van Wortel, eeuwenlang de ‘moederkerk’ van het Land van Hoogstraten. Daar ondertekende de Vorst een charter waarin de Vorst bevestigd dat hij, net zoals Antoon I de Lalaing in 1534 en Nikolaas Leopold van Salm-Salm in 1767, als beschermheer van Sint-Joris optreedt.
De Vorst werd tot erehoofdman benoemd en ontving uit handen van hoofdman Wim Druyts en erehoofdman Karel Sijsmans een kruisboog als aandenken aan deze voor de gilde historische dag. Een zichtbaar ontroerde Vorst nodigde de gildebroeders- en –zusters en alle personen die meewerkten aan de organisatie van deze voor hem onvergetelijke dag uit op zijn landgoed in het Duitse Anholt. (fh)