Sint Joris werd geboren in Cappadocie, in Klein-Azië (Turkije). De best bewaarde legende over de heilige Joris is die met de draak. In die tijd werd het land door een draak getiranniseerd. Dagelijks verslond het dier twee schapen, die hem geofferd werden omdat hij zich rustig zou houden. Toen de laatste schapen verdwenen waren eiste de draak mensenoffers.
Als eerste viel het lot op de dochter van de koning. Maar Sint-Joris viel de draak aan en beloofde dat hij het dier zou doden, als iedereen zich zou laten dopen
De Koning en het volk gingen akkoord. Sint Joris doodde de draak en 15.000 mensen lieten zich dopen.
Omdat ook de Keizerin zich tot het christelijk geloof bekeerde werd ze in het jaar 303, samen met St.-Joris, op de toren van de stadsmuur onthoofd.